Watergeheimen en Geschiedenis

Watergeheimen van Spa-Francorchamps


Het circuit van Spa-Francorchamps stroomt letterlijk door het waterverhaal van de Ardennen. Namen als La Source, Eau Rouge en Pouhon zijn geen toevallige keuzes, maar bewuste verwijzingen naar natuurlijke bronnen en beekjes die dit landschap al eeuwenlang vormen.

La Source (‘de bron’) markeert de locatie van een historische waterbron tussen Francorchamps en Stavelot. Eau Rouge (‘het rode water’) is genoemd naar een beekje onderaan de Raidillon, waarvan het ijzerrijke water opvallend rood kleurt — een passend symbool voor de meedogenloze klim die daar begint. Pouhon, het lokale woord voor bron, verwijst naar de talloze mineraalrijke waterstromen in de regio.

De Eau Rouge zelf mondt uit in de Amblève, een rivier die ooit grenzen markeerde: tussen het Romeinse en Germaanse Rijk, en later tussen België en Duitsland. Zo weerspiegelen de waternamen op Spa-Francorchamps niet alleen het landschap, maar ook de diepe historische lagen waarin het circuit is verankerd.

De rijke geschiedenis van Spa-Francorchamps

Van landelijke wegen tot legendarisch racecircuit

In het begin was er alleen natuur: uitgestrekte bossen, kronkelende landwegen en het ruige landschap van de Ardennen. In 1920 kregen een paar visionairs, waaronder Jules de Thier, het gedurfde idee om drie van die smalle wegen tussen Francorchamps, Malmedy en Stavelot aan elkaar te verbinden. Zo ontstond een bijna 15 kilometer lang parcours, ruw en onverhard, dat de start zou vormen van een onvergetelijke autosportlegende.

De allereerste race in 1922 was bescheiden – eigenlijk was het een autorace, maar slechts één deelnemer verscheen. Toch veranderde dat niets aan de ambitie. Twee jaar later werd de eerste 24 Uur van Francorchamps verreden, een uitputtingsslag die de test van tijd en techniek moest doorstaan. En toen, in 1925, begon Spa aan zijn wereldreis met een plek op de Grand Prix-kalender, waar Antonio Ascari de eerste winnaar werd.

De jaren gingen voorbij, en met hen groeide de faam van het circuit. In 1939 kreeg Spa zijn beroemdste uitdaging: de combinatie Eau Rouge en Raidillon. Een steile afdaling, gevolgd door een gedurfde klim van 24 meter met een helling van 17%, waar elke coureur zijn durf en techniek op de proef stelde. Na de Tweede Wereldoorlog stroomden de fans toe, gretig om legendes als Fangio en Moss in actie te zien over het toen al legendarische asfalt.

Maar met grote snelheid kwam ook groot gevaar. De smalle, lange wegen en minimale veiligheidsvoorzieningen maakten Spa steeds riskanter. Tegen 1970 werd het duidelijk: het oude circuit moest plaatsmaken voor een veiliger, korter tracé. In 1979 werd Spa-Francorchamps herboren ingekort tot 6,947 kilometer, met vangrails en uitloopstroken die de coureurs en fans geruststelden, zonder het karakter van het circuit te verliezen.

In 1983 kwam de Formule 1 terug en sindsdien is Spa niet meer weg te denken van de kalender. Coureurs prijzen het circuit om de perfecte balans tussen snelheid, technische uitdaging en pure sensatie van de snelle Kemmel Straight tot de uitdagende bochten van Les Combes en Blanchimont. Maar ook buiten de F1 leeft Spa voort: met endurance races, GT-evenementen en nog veel meer.

Spa-Francorchamps is niet zomaar een circuit. Het is een plek waar geschiedenis, passie en adrenaline samenkomen, waar iedere ronde een ode is aan de legenden die hier hun grenzen verlegden. Of je nu toeschouwer bent, deelnemer of fan – Spa blijft je altijd raken. 

Van Bron tot Bocht


La Source, Eau Rouge en Pouhon verbinden de moderne snelheid van Spa-Francorchamps met de eeuwenoude bronnen van de Ardennen. Sinds 1920 ademt het circuit de rijke geschiedenis en ongerepte natuur van deze iconische plek.